Datering: 17e en 18e eeuw. Het enorme aantal buitenhuizen langs de rivier de Vecht illustreert de enorme rijkdom van Amsterdammers in de Gouden Eeuw. De meeste van de buitens zijn in de zeventiende eeuw gebouwd, sommige later. Rijke kooplieden vonden het prettig om met hun gezinnen in de zomermaanden de stad te ontvluchten en hier in de natuur te gaan wonen. Dat ging gepaard met grootscheepse verhuizingen, meestal per trekschuit. Het personeel en vaak een deel van de huisraad, iedereen en alles moest mee. De mannen kwamen af en toe, die moesten ook 's zomers voor hun werk veel in stad zijn.